Club

Een dag in het spoor van… Vahbi Altinisik

Vahbi Altinisik is hoofd logistiek voor de A-kern. Hij is dus verantwoordelijk voor alle kledij en al het materiaal van de a-ploeg, de dames en alle elitejeugdploegen. Leuk detail: de aimabele Vahbi baat ook een pizzeria uit in Herent. Inside OH Leuven ging op bezoek in zijn zaak Pizza Napoli en volgde hem tijdens enkele taken op een wedstrijddag.

Dag Vahbi, wat moeten de Leuvense fans weten over jou?

Ik ben Vahbi Altinisik en ik ben 42 jaar. Ik kom uit het zuidoosten van Turkije, Koerdistan dus. 29 jaar geleden vluchtte mijn familie naar België, dus ik was 14 jaar toen ik hier aankwam. Vervolgens begon ik een opleiding voor automecanicien met een specialisatiejaar elektriciteit. Ik ben getrouwd en ik heb zes kinderen waarvan de jongste 3 maanden is en de oudste al 21 jaar. Ik werk als logistiek hoofd voor de A-kern van OH Leuven en ik combineer dat met het openhouden van een pizzeria, samen met familie en mijn personeel.

Wat doe je doorheen de week?

Vooral wassen en materiaal rondbrengen. Op een gewone dag begin ik om iets voor 8 uur ’s morgens in Oud-Heverlee om de was van de A-kern, de dames en de eliteploegen te doen. Daarna vervoer ik die kleding en dat materiaal naar de locatie waar de verschillende ploegen trainen. Zo trainen de dames vooral op de terreinen van het sportkot waardoor ik bijna elke dag van Oud-Heverlee naar daar rijdt om hen te bevoorraden. Ik doe dat niet allemaal alleen maar met drie collega’s.

Ik doe heel veel, te veel om op te noemen (lacht). Elke dag is anders, maar ook wel echt druk.

Hoe gebeurt het bedrukken van de truitjes?

Sinds dit seizoen hebben we ons eigen materiaal om te plotten en te bedrukken. Plotten is het afdrukken van namen en nummers. Vroeger moesten we die op voorhand bestellen bij de fabrikant, nu kunnen we heel snel zelf een truitje maken met officiële bedrukking. Da’s gemakkelijker natuurlijk. Bedrukken zelf proberen we altijd een dag voor de match te doen, tenzij we veel matchen spelen op een week, dan moet dat op de matchdag zelf nog gebeuren.

En hoe zit het met de Pro Assist en Pro Scorer stickers die op de rug van de speler in kwestie worden geplakt? Dit seizoen zagen we dat al bij Louis Patris en Mario Gonzalez.

Die krijgen we opgestuurd door de Pro League zelf. Onze Sport and Facility manager, Nicolas Cornu, bestelt die op tijd van zodra een van onze spelers aan de top van een individueel klassement komt. Eens we die hebben, drukken we die er bij op.

Hoe ziet een matchdag als materiaalman er voor jou uit?

Ik begin meestal heel vroeg ’s ochtends met pullen, regenjassen en gps-vesten van Oud-Heverlee naar het stadion te brengen. Een collega van mij, Karl Van Cauwenbergh, regelt tegelijkertijd op Den Dreef dat de kledijpakketjes met water en eten voor de scheidsrechters en ook de catering voor de tegenstander klaar staan. We wassen ook alle persoonlijke drinkbussen van de spelers en nemen die mee voor de degenen die geselecteerd zijn voor de wedstrijd.

Wanneer de spelers gegeten hebben, komen ze naar Den Dreef waar wij ondertussen hun schoenen, wedstrijdkledij en opwarmshirts hebben klaargelegd. Er zijn wel wat spelers die speciale zaken aandoen zoals undershirts of andere kousen. Dat weten we op voorhand en leggen we ook klaar. Wij leggen ook eten zoals gezonde koeken, druiven, bananen en water klaar zodat de spelers energie kunnen tanken wanneer ze willen. Ze beginnen zich dan om te kleden en wanneer ze zich opwarmen, staan wij naast het veld mochten de spelers een nieuwe bal of een hesje nodig hebben. Nadien komen ze terug naar binnen en doen ze hun wedstrijdtenue aan.

Van zodra een thuiswedstrijd begint, ga ik naar mijn pizzeria om gezonde pizza’s te bakken voor de spelers en staf. Ik zorg ervoor dat die pizza’s allemaal klaarstaan van zodra ze de kleedkamer na de wedstrijd terug binnenkomen.

De spelers eten pizza na de wedstrijd?

Ja hoor! (lacht) Vanaf dit seizoen komen de pizza’s van bij mij. De club koos voor mij omdat ik sowieso al materiaalman was maar ook omdat mijn pizza’s enkel verse ingrediënten bevatten. Die kan je dus zo gezond maken als je wilt.

Eigenlijk komt het door wijlen Bart Van Lancker, de physical coach, dat ik pizza’s ben beginnen bakken voor de eerste ploeg. Hij kwam in de wasruimte op het jeugdcomplex waar ik kleding aan het wassen was. Hij zei me dat enkele jonge spelers bij mij in de pizzeria waren geweest en hadden gezien dat de materiaalman van OH Leuven daar achter de toog stond. Blijkbaar wist niemand dat op de club. Hij vroeg me of ik gezonde pizza’s kon maken voor de volgende wedstrijd. Toen ben ik beginnen denken hoe ik een pizza echt gezond kon maken, maar ook lekker. Na wat proberen en het aanpassen van het deeg en toppings zoals vetarme kaas gebruiken, olijfolie in plaats van gewone olie, meer groenten, geen salami, kreeg ik een gezond recept dat ik nu altijd gebruik om pizza’s te maken voor de spelers.

Is het moeilijk om je job als materiaalman te combineren met je pizzeria?

Valt heel goed mee. Ik moet niet vaak in mijn pizzeria zijn omdat ik wel wat personeel heb. Enkel wanneer ik bij een thuiswedstrijd pizza’s maak voor de spelers, sta ik erop om dat zelf te doen. Ik ben vrij precies en wil dat dan zeker alles goed in orde is. En dan kan ik ook zeggen dat de pizza’s van mij komen.

Komen er soms spelers eten in jouw pizzeria?

Ja, er komen hier wel wat spelers over de vloer. En ik heb ook al bij heel veel spelers geleverd en ik rij ook zonder problemen een beetje verder uit mijn levergebied voor hen. Maar natuurlijk ga ik geen namen geven (lacht). Anders zou de coach nog denken dat ze niet gezond eten. Dat wil ik niet op mijn geweten hebben (grijnst).

Hoe ben je eigenlijk begonnen bij OH Leuven?

Mijn eerste job hier was in het poetsteam. Ik had net mijn vorige pizzeria verkocht, maar was nog niet echt op zoek naar nieuw werk. Een poetsbedrijf van familie van mij, dat altijd na de matchen het hele stadion schoonmaakte, zocht nog mensen en ze vroegen of ik mee wilde komen om te helpen hun Turks naar Nederlands te vertalen. Dat was ook de intentie waarmee ik naar het stadion kwam. Na het gesprek bleek dat ze te weinig personeel hadden om het hele stadion te poetsen en dan heb ik maar toegegeven. En de dag erna stond ik mee het stadion te poetsen (lacht).

Na enkele maanden als poetsman, heeft de toenmalige materiaalmeester Omer Camps me gevraagd of ik het wassen van de truitjes er niet bij wilde nemen. En vanaf dan is het begonnen. Ik mocht in januari 2019 mee op stage met de eerste ploeg naar Pinatar samen met Karl en sindsdien ben ik altijd meegegaan en blijven opklimmen. Sinds een paar maanden ben ik hoofdmateriaalmeester.

Over stage gesproken, hoe ervaar jij dat als materiaalman?

Op stage gaan, kan voor sommige mensen als vakantie overkomen maar geloof me, dat is echt zwaar. Je bent constant bezig. Als de spelers op ochtendloop gaan, moet je zorgen dat het materiaal ervoor al klaarligt. Erna moet je zien dat ze propere kleding hebben. Gelukkig moeten we daar zelf niet wassen en wordt dat gedaan door het personeel van het hotel. We proberen de taken wat af te wisselen. Iemand legt de kleding klaar en iemand pompt de ballen op voor training.

En zetten jullie ook goals en trainingsmateriaal klaar?

Nee. Veel trainers willen dat spelers zelf hun materiaal in de container halen, zo ook Marc Brys. We zouden dan kunnen helpen maar Brys staat erop dat wij zo’n dingen niet moeten doen. Dat is volgens hem een taak voor alle spelers, van jeugdspeler tot topscorer.

Wat vind je het fijnste aspect van je job?

Plotten en bedrukken is het leukste van allemaal. Dan sta je aan de machine om te drukken en moet je even heel geconcentreerd zijn. De afstand tussen de naam en het rugnummer, de sponsors op de juiste plaats,… Ergens is dat rustgevend en kan ik dan de stress van de afgelopen week achter me laten.

Hoe is je interesse in voetbal ontstaan?

Ik kom uit een bergdorpje uit Turkije waar men vooral aan landbouw deed en iedereen elkaar goed kende. Als we van school of werk kwamen, gingen we altijd samen met vrienden en familie voetballen op een stenen pleintje in het dorp. En dat deden we tot de zon onderging en we de bal niet meer zagen. We hadden in ons dorp ook geen straatverlichting dus dan moesten we wel naar huis.

Ik ben er al 19 jaar niet meer geweest. Vlak voor de coronacrisis had ik mij voorgenomen om terug te gaan om familie te bezoeken die ik al die tijd niet meer had gezien, maar door de pandemie viel dat in het water. Nu is het jammer genoeg te druk om een nieuwe reis te plannen, maar ik ben zeker van plan om nog eens naar mijn oude dorp te gaan.

Ik supporter nog altijd voor Amedspor en Fenerbahçe. Amedspor omdat dat de ploeg is uit de Koerdische hoofdstad Amed, maar zij spelen momenteel in de derde klasse in Turkije. Fenerbahçe is vooral mijn club omdat ik als sinds kindsbeen af gefascineerd was door hen. Ik volg hen nog altijd. Ook wel leuk dat Michy Batshuayi er speelt. Ik had heel hard gehoopt dat Union St. Gilloise in dezelfde groep zou belanden als Fenerbahçe in de Europa League. Dan had ik hen nog eens kunnen zien spelen in België. Maar oké, er is nog eens kans dat ze tegen elkaar moeten spelen in de zestiende finales. Of wie weet, OH Leuven in de toekomst?

Was je al fan van OH Leuven voordat je hier begon?

Ik ben eigenlijk altijd supporter geweest van het Leuvense voetbal. Ik woonde vroeger met mijn ouders op vijf minuten stappen van het oefencomplex in Oud-Heverlee en mijn broer heeft nog bij de Zwarte Duivels Oud-Heverlee gespeeld in dezelfde ploeg als clubdokter Brahim Hacene en assistent-trainer Joachim Mununga. Als ik de gelegenheid vond om naar de wedstrijd te kijken, probeerde ik altijd te gaan. En 16 jaar later werkte ik hier.

Als je OH Leuven moet vergelijken met een specifieke pizza, wat zou dat dan zijn?

(lacht) OH Leuven is geen gemakkelijke club met veel ambitie. Neem maar een pizza Generoso dan. Die is ook moeilijk te maken maar wel superlekker.

Koop je abonnement