De vrijwilliger: Hans Roelandts
Hans vervult al vijf jaar met passie zijn functie als hoofdtapper in de K. Samen met zijn team bevoorraadt hij de fanatiekste supporters bij tijd en stond van de nodige glazen gerstenat. OH Leuven Inside ging een kijkje nemen hoe Hans wedstrijddagen voorbereidt en beleeft.
Voordat Hans vrijwilliger werd bij OH Leuven, zat hij bij het leger. De sympathieke tapper kreeg te maken met een werkongeval. “Ik ben bij de gelukkigen want ik ben mogen stoppen op mijn 56 als militair”, lacht Hans. “Nu ben ik al twee jaar gepensioneerd. Reken maar uit, hé! Juist, Ik ben 58 jaar.”
Ondertussen doet Hans de poort van de K open en begeeft zich naar zijn geliefde toog. Twee dagen voor de match komt hij steevast al wat zaken op orde stellen in het stadion. “Ik begin altijd met mijn vaten na te tellen”, zegt hij. “Onder de K mogen er 30 staan. Wanneer we meer volk verwachten, zetten we die vaten gewoon naast de toog. Maar dat is ook nodig want de Leuvense supporters kunnen wel wat verzetten. Tijdens de thuismatch tegen Anderlecht vorig seizoen, vestigden we een record. 37 vaten! Toch geen slecht cijfers als je weet dat we die op vier uur tijd er allemaal doorjagen. Ik heb hier al mensen zien vertrekken met torens van vier verdiepen met telkens 6 pinten. En met gemak! Naarmate de wedstrijd vordert, gaat het soms wat moeilijker!”, grinnikt Hans.
“Weet je, problemen zijn hier nooit. Van de 1500 supporters die hier zitten, ken ik er 75% persoonlijk. Na al die jaren dat ik hier al tap, krijg je met iedereen wel een band. Ik ben ook niet meer van de jongste en ik sta hier elke match tussen crazy young people maar ik zou voor geen geld van de wereld ergens anders willen tappen. En ik heb al andere aanbiedingen gehad”, knipoogt hij.
Hoe het begon
Voor zijn tijd bij OH Leuven was Hans woordvoerder van de supportersclub van Niels Albert en daarvoor zelfs ook van Roland Liboton. Hans, afkomstig uit Rillaar, stopte er wanneer Albert zelf ook een punt achter zijn carrière zette. “Op de zwarte dag in 2013 dat er bij Niels hartproblemen werden vastgesteld, stopte het veldrijden voor mij. Voortdoen vond ik te pijnlijk en ik had nood aan iets nieuws”, zegt hij. “Toen ik ongeveer zeven jaar geleden in Leuven ben komen wonen, kwam ik wel vaker naar OHL kijken. Ik zat altijd in tribune 3. Op een bepaald moment hoorde ik dat ze hier vrijwillige tappers zochten. Ik was meteen verkocht. Ik had veel vrije tijd door een werkongeval en ik wilde zelfs geen vrijwilligersvergoeding omdat tappen voor mij gewoon een hobby was. Ik ben de week nadien meteen begonnen en na drie jaar heeft de toenmalige verantwoordelijke mij gevraagd als hoofdtapper omdat hij er zelf mee stopte.”
“Sindsdien tappen we met min of meer hetzelfde team. Daisy Volders en ik sturen een team aan en zo tappen we elke match met dezelfde groep van 14 mensen. Het klinkt misschien sentimenteel maar als er iemand van die groep ontbreekt op een bepaalde match, voelen wij ons niet compleet.”
“De ambiance is sinds de tijd dat ik hier ben alleen maar toegenomen. Wanneer er een corner is in de wedstrijd en de supporters met hun voeten op de tribune stampen, davert dat hier op zijn grondvesten. Zelf zie ik weinig van de wedstrijd. Als ik twee keer in de tribune kom tijdens de wedstrijd, zal het veel zijn. Nu, ik neem de match wel altijd op thuis en ik kijk die helemaal opnieuw in mijn zetel”, lacht Hans.
Hoofdbezigheid
“Ondertussen doe ik ook evenementen op niet-matchdagen, meestal zo’n twee à drie keer per week. Zo tap ik wel eens in de Panenka, de Stella-Lounge of de Business Seats. Ze weten hier dat ze op mij kunnen rekenen. Ik ben al ’s ochtends vroeg uit mijn bed gebeld om toch nog in te vallen voor een last minute evenement. Dan zeg ik: ‘mannekes, acht uur gaat niet lukken, ik douche mij en ik ben daar om half 9’”, zegt Hans. “Ik ben alleenstaand. Of dat een voordeel of een nadeel is, daar kan je over discussiëren maar ik noem het een voordeel. Gaan en staan waar ik wil, da’s toch zalig. Ik ben hier heel graag en zou voor niets willen inruilen”, sluit Hans mooi af.